Overoperatie of cirkelvormige breimachine
1、Voorbereiding
(1) Controleer de garendoorgang.
a) Controleer of de garencilinder goed op het garenframe is geplaatst en of het garen soepel stroomt.
b) Controleer of het keramische oog van de garengeleider intact is.
c) Controleer of het garen normaal door de spanner en de zelfstopper gaat.
d) Controleer of het garengeld normaal door de garentoevoerring gaat en of de positie van het garentoevoermondstuk correct is.
(2) Inspectie van het zelfstoppende apparaat
Controleer alle zelfstoppende voorzieningen en indicatielampjes en controleer of de naalddetector normaal werkt.
(3) Inspectie van de werkomgeving
Controleer of de machinetafel, de omgeving ervan en alle bewegende delen schoon zijn. Als er zich ergens katoenen garen of andere spullen hebben opgehoopt, moeten deze onmiddellijk worden verwijderd om ongelukken te voorkomen die tot storingen kunnen leiden.
(4) Controleer de garentoevoersituatie.
Start de machine langzaam om te controleren of de tong van de naald open is, of het garentoevoermondstuk en de breinaald op een veilige afstand van elkaar staan en of de garentoevoer normaal verloopt.
(5) Controle van het wikkelapparaat
Maak de omgeving van de opwinder vrij van vuil, controleer of de opwinder normaal draait en of de variabele snelheidsmonsters van de opwinder veilig zijn.
(6) Controleer de veiligheidsvoorzieningen.
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen ongeldig zijn en controleer of de knoppen ongeldig zijn.
2、Start de machine
(1) Druk op "langzame snelheid" om de machine een paar rondjes te laten draaien zonder dat er iets abnormaals gebeurt, druk vervolgens op "start" om de machine te laten draaien.
(2) Pas de variabele snelheidsaanpassingsknop van de multifunctionele microcomputercontroller aan om de gewenste snelheid van de machine te bereiken.
(3) Schakel de bliksembron van het automatische parkeerapparaat in.
(4) Schakel de verlichting van de machine en de stoflamp in, om de situatie van het breien van de stof in de gaten te houden.
3、Monitoring
(1) Controleer het doekoppervlak onder derondbreienmachine Let er te allen tijde op of er sprake is van gebreken of andere abnormale verschijnselen.
(2) Raak elke paar minuten het oppervlak van de stof aan met uw hand in de draairichting van de machine om te voelen of de spanning van het opwinden van de stof aan de vereiste voldoet en of de snelheid van het opwindwiel van de stof hetzelfde is.
(3) Maak de olie en het pluis op het oppervlak en rond het transmissiesysteem schoon enmachine om de werkomgeving te allen tijde schoon en veilig te houden.
(4) In de beginfase van het weven moet een klein stukje van de rand van de stof worden afgesneden om een inspectie van de lichtdoorlating uit te voeren en te observeren of er aan beide zijden van de geweven stof gebreken ontstaan.
4、Stop de machine
(1) Druk op de "Stop"-knop en de machine stopt met draaien.
(2) Als de machine Als het apparaat langere tijd stilstaat, moet u alle schakelaars uitschakelen en de hoofdstroomvoorziening afsluiten.
(5) Afdekzeil
a) Nadat het vooraf bepaalde aantal gebreide stoffen (bijv. aantal machineomwentelingen, hoeveelheid of formaat) is voltooid, moet het markeergaren (d.w.z. garen met een andere kopkleur of kwaliteit) bij een van de invoerpoorten worden vervangen en moet er nog ongeveer 10 rondes worden gebreid.
b) Verbind het markeergaren opnieuw met het originele garen en zet de teller terug op nul.
c) Stop derondbreienmachinewanneer het stoffen gedeelte met het genummerdegarenreikt tussen de opwindas en de opwindstaaf van de opwinder.
d) Nadat de machine volledig tot stilstand is gekomen, opent u het veiligheidsnet en knipt u de geweven stof in het midden van het stofgedeelte af met behulp van de markeerdraad.
e) Houd beide uiteinden van de rolbeugel met beide handen vast, verwijder de rol stof, plaats deze op de trolley en trek de rolbeugel eruit om deze weer aan de opwinder te bevestigen. Let er hierbij op dat u de machine of de vloer niet stoot.
f) Controleer en registreer grondig het weven van de binnenste en buitenste lagen van de bestaande stoffen op de machine. Als er geen afwijkingen zijn, rol dan de opgerolde stof op, sluit het veiligheidsnet, controleer of er geen storingen zijn en schakel de machine vervolgens uit voor gebruik.
(6) Naaldenruil
a) Bepaal de locatie van de defecte naald op basis van het oppervlak van de stof. Draai de defecte naald handmatig of op lage snelheid naar de naaldpoortpositie.
b) Draai de borgschroef van het naalddeur-snijblok los en verwijder het naalddeur-snijblok.
c) Duw de slechte naald ongeveer 2 cm omhoog, duw de pers terug met uw wijsvinger, zodat het onderste uiteinde van het naaldlichaam naar buiten is gebogen om de naaldgroef bloot te leggen, knijp het blootliggende naaldlichaam vast en trek het naar beneden om de slechte naald te verwijderen en gebruik vervolgens de hendel voor de slechte naald om het vuil in de naaldgroef te verwijderen.
d) Neem een nieuwe naald met dezelfde specificaties als de slechte naald en steek deze in de naaldgroef, laat deze door de drukveer gaan om de juiste positie te bereiken, installeer het snijblok van de naalddeur en vergrendel deze goed. e) Tik op de machine om de nieuwe naald het garen te laten voeren, blijf erop tikken om de werking van de nieuwe naald te observeren (of de naaldtong open is, of de actie flexibel is), bevestig dat er geen verschil is en zet vervolgens de machine aan. f) Tik op de naald om de nieuwe naald het garen te laten voeren, blijf erop tikken om de werking van de nieuwe naald te observeren (of de naaldtong open is, of de actie flexibel is), bevestig dat er geen verschil is en zet vervolgens de machine aan.machine rennen.
Plaatsingstijd: 23-09-2023